Black Lives Matter houdt de wereld in zijn greep. Een roep om gelijkheid, rechtvaardigheid en gerechtigheid weerklinkt over de hele wereld.
Mensen trekken de straat op. Delen woorden van verdriet en onmacht en rouw. In kranten vertellen mensen hun eigen verhalen, delen pijnlijke herinneringen. Vanuit de samenleving klinkt bijval, maar ook verzet. De beweging die in gang is gezet, maakt sommigen hoopvol en strijdbaar, anderen voelen zich angstig, boos of in een hoek gezet. In talkshows voeren gasten felle discussies over daders en slachtoffers, schuld en onschuld, wij en zij. Op sociale media voert men deze discussies nog ietsje feller. Het zijn emotionele tijden, belangrijke tijden. De samenleving borrelt en vibreert. Er staat veel op het spel. Er hangt veel in de lucht.
Raakt het me?
Als zoon van een Nederlandse moeder en Pakistaanse vader voel ik mij persoonlijk verbonden met de thema’s die nu in de samenleving leven. Ik ben geboren en getogen in Nederland, maar mijn uiterlijk is een duidelijk eerbetoon aan het land van mijn vader. Ook ik heb in mijn leven helaas ervaren dat er mensen zijn die discrimineren op basis van afkomst. Aan de andere kant heb ik in mijn leven ook heel veel gelijkwaardigheid en acceptatie ervaren. Mensen die mij omarmen om wie ik ben, ondanks dat ik een ander kleurtje heb. Deze positieve ervaringen poetsen de negatieve niet weg, maar ze vormen samen wel een compleet beeld. Een beeld van een werkelijkheid die zowel tegenstrijdig als complex is en waarin zelfs mensen die het op het oog niet met elkaar eens zijn, vaak meer gemeen hebben dan ze denken.
Het belang van verbinding
Juist in deze tijden voel ik meer dan ooit het belang van verbinding. Want in een verwarrende en chaotische periode als deze, waarin het verleidelijk is om de wereld weer even overzichtelijk te maken, door iedereen onder te verdelen in zwart en wit, voor en tegen, goed of fout, wij of zij, hebben we het vermogen nodig om elkaar te blijven zien en horen, dwars door onze argumenten en verhitte discussies heen. Het vermogen om naar elkaar te blijven luisteren. Te blijven praten. En om tussen onze verschillen te zoeken naar de kern van menselijkheid die ons allemaal verbindt. Ook mensen die op het oog lijnrecht tegenover elkaar staan, hebben vaak meer overeenkomsten dan verschillen. Ook mensen die denken in niets op elkaar te lijken, delen uiteindelijk de fundamentele menselijke behoefte aan geluk, liefde en acceptatie.
Kijk naar wat we gemeen hebben
Ik wil dan ook een oproep doen om vooral te blijven zoeken naar wat ons verbindt. Dat klinkt misschien heel groots en veelomvattend, maar in werkelijkheid vraagt het maar een kleine verschuiving van ons perspectief. Een hele simpele, maar krachtige tool om in vrijwel iedere situatie de verbinding te zoeken is de zogenaamde Shared Identity Practice: een oefening waarmee je op zoek gaat naar wat je gemeen hebt met iemand waar je op het oog sterk van verschilt. In onze worklife design trainingen zorgt deze oefening altijd direct voor toenadering. Is er iemand in je omgeving met wie je moeite hebt? Heb je een collega met wie je niet door 1 deur kunt? Of voer je online een discussie met iemand die mijlenver van je af lijkt te staan? Maak dan simpelweg eens een lijstje van alles wat je met deze persoon gemeen hebt. En schrijf dat allemaal op. Je kunt hiervoor deze hand-out gebruiken.
Onze collega en coach Selma vertelt je vanuit haar ervaring over deze oefening.
Meer dan je denkt
En ja, dat kan van alles zijn, van groot tot klein van materieel tot emotioneel. Misschien werken jullie beiden voor dezelfde organisatie. Misschien doe je dezelfde sport of drink je simpelweg je koffie allebei met amandelmelk en een extra shot? Denk aan eenvoudige, praktische dingen, maar ook aan grotere gedeelde waarheden: ‘Net als ik wil deze persoon vast ook gelukkig zijn en zo min mogelijk pijn en verdriet ervaren.’ Waarschijnlijk zul je zien dat je meer met elkaar gemeen hebt dan je aanvankelijk dacht. En dat klinkt voor de hand liggend, maar het is een belangrijke realisatie. Want hoe meer we denken in verschillen, hoe minder we geneigd zijn om elkaar goed te behandelen (blijkt ook uit psychologisch onderzoek). Gelukkig blijkt ook het tegenovergestelde waar: als we focussen op wat we wél gemeen hebben, versterkt dit het gevoel van gemeenschappelijkheid en daarmee ook de wil om elkaar te steunen, te begrijpen en te helpen.
Doe je mee?
Delen mag 😉